De inspirerende ideeënfase
Het is in mijn ervaring eigenlijk nooit een probleem om voldoende mensen te krijgen voor een innovatieproject. De meeste zorgmensen vinden het hartstikke leuk om mee te denken over iets nieuws. Ze maken er graag tijd voor vrij. Vaak stoppen ze er zelfs een hoop eigen tijd in. Het is dan ook bijzonder inspirerend om met collega’s van de eigen organisatie of van ketenpartners de creatieve kraan open te zetten. Het geeft een kick om te bedenken hoe je het leven voor je cliënt/patiënt aangenamer kan maken. Het is geweldig om out of de spreekwoordelijke box oplossingen te bedenken voor bestaande knelpunten. In de eerste fase van een innovatieproces, de ideeënfase, zit iedereen hoog in de energie. Een ontwerp over hoe het er uit zou kunnen zien ligt snel op tafel. Zeker als gebruik gemaakt wordt van een innovatieversneller zoals de scrumaanpak. En dan? Dan volgt de realitycheck.

Innovatie is mooi, maar het moet wel betaalbaar blijven (vrij naar Herman Finkers)
Een zorginnovatie is pas kansrijk als de ideeën bekostigd kunnen worden. Innoveren is ook rekenen. Aan investeringen, operationele kosten en baten. Een businesscase is de realitycheck. Helaas ook vaak een koude douche. Nog steeds kom ik zorgprofessionals tegen die vinden dat de financiering van een idee dat goed is voor hun cliënt/patiënt vanzelfsprekend geregeld moet worden. Ik vraag hen dan of ze in de supermarkt ook alles wat ze aantrekkelijk vinden in het karretje laden, zonder na te denken over het saldo op hun rekening courant. Dat schudt wakker. Maar toch, de businesscase kan de energie uit een ontwikkeltraject halen. Is dit te voorkomen? Ja! Door vanaf de start van het project te benadrukken dat kosten aantoonbaar baten moeten opleveren, in kwaliteit en ook in kostenbesparing. Een professioneel projectleider laat al in de ideeënfase de bouwstenen voor de businesscase verzamelen. Hij weet de creativiteit van de ontwikkelgroep ook te richten op de financiële aspecten. Hij maakt het nadenken daarover uitdagend, wellicht zelfs inspirerend. ‘Design to cost’ noemen ze dat in de maakindustrie. Dat levert energie en een degelijke businesscase.

En dan? Dan moet de innovatie nog van papier af.

When the going gets tough, the tough get going!
De meeste innovatietrajecten kennen vier fasen: de ontwikkelfase, de organisatiefase, de pilotfase, de opschaalfase. Zoals gezegd, is het animo in de ontwikkelfase altijd hoog. Zeker als het voorstel van de ontwikkelgroep zonder al te veel mitsen en maren wordt geaccepteerd door de bestuurders. Vervolgens breekt de organisatiefase aan. De fase waarin de pilot en de opschaling van de innovatie worden voorbereid. Deze faseovergang heeft een niet gering afbreukrisico. De rauwe realiteit van alledag dringt zich dan in volle hevigheid op. Leden van het ontwikkelteam worden weer naar hun dagelijkse werk getrokken. Ondersteunende afdelingen blijken andere prioriteiten te hebben. Het overtuigen van zorgverzekeraars, zorgkantoor of gemeenten blijkt een zaak van lange adem. Enzovoorts. Menig veelbelovende innovatietraject verwatert of strandt in deze taaie fase. Is dit te voorkomen? Het antwoord is wederom ja! Borg de implementatie vanaf het begin. Zorg dat al voor de start helder is dat het meeste werk na de ontwerpfase verricht moet worden. Begin pas als de organisatie bereid is om ook voor de volgende fasen mensen en middelen vrij te maken (natuurlijk onder voorwaarde dat de voorgestelde innovatie voldoende kansrijk blijkt) . Houdt focus, tempo en structuur in het project. Zorg voor continuïteit in de (professionele) projectleiding. Laat alle betrokkenen resultaten zien, juist als er sprake is van kleine stapjes. Succesvol innoveren is zeker ook een kwestie van volhouden.